De kosten die uw bedrijf maakt voor energie bestaan voor een belangrijk deel uit energiebelasting. Energieleveranciers brengen deze belasting in opdracht van de overheid in rekening. Het is een maatregel om mensen en bedrijven te stimuleren efficiënt met energie om te gaan. Valt er bij u te besparen op energiebelasting?
Hoeveel energiebelasting u betaalt, hangt af van de hoogte van uw energieverbruik. Er zijn verschillende mogelijkheden om te besparen op energiebelasting.
Bij een hoger verbruik betaalt u lagere tarieven voor energiebelasting per kWh of m3 aardgas. Als u meerdere elektriciteits- en/of gasmeters op één locatie heeft, moet u het energieverbruik in bepaalde gevallen bij elkaar optellen. Dit heet ook wel: cumulatie van verbruik. Dat is vaak gunstig voor u, omdat de kans groot is dat daardoor een (groter) gedeelte van het verbruik in een lagere belastingschijf valt.
In bepaalde gevallen komt u voor uw energieverbruik in aanmerking voor een verlaagd energiebelastingtarief, bijvoorbeeld op energieverbruik in de glastuinbouw. En ook als uw organisatie elektriciteit gebruikt voor chemische reductie of de vervaardiging van keramische producten of glaswerk. En zo zijn er nog meer speciale overheidsregelingen. Als u in aanmerking denkt te komen voor een verlaagd energiebelastingtarief, vul dan een verklaring in.
Een deel van de energiebelasting bestond tot voor kort uit de heffing Opslag Duurzame Energie (ODE). De inkomsten uit deze heffing gebruikte de overheid om de productie van energie uit duurzame bron te stimuleren, bijvoorbeeld met SDE++ subsidie. Het tarief voor ODE gold voor iedere kWh elektriciteit en kuub gas die u verbruikte.
In het Belastingplan 2023 heeft de regering voorgesteld om het energiebelastingstelsel te vereenvoudigen door de tarieven voor de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) op te nemen in de energiebelasting. Het gevolg hiervan is dat alle ODE-tarieven voor het jaar 2023 € 0,00 zijn. Vanaf 2024 is de ODE formeel afgeschaft.
Vanaf 1 januari 2025 gaat het kabinet stapsgewijs de energiebelastingtarieven op aardgas verhogen. En voert zij vanaf 1 januari 2025 voor ieder glastuinbouwbedrijf een individuele CO2-heffing in. Vanaf 2025 wordt ook voor WKK-systemen de vrijstelling stapsgewijs afgebouwd
